25 Woosje Wasser Kunstenaarsboeken
SPIEGELBEELD OOIJ
Water, wind, wolken en wilgen 1993
Notities van mijn uitzicht. Landschappen Oude Waal.
24 bladen gesteven ongebleekte katoen
In kaft (25 x 28 cm) en cassette
Textiel, papier, verf en garens.
De dag te maken |
Vaak schetste ik bij wijze van dagboek mijn uitzicht over de dijk:
water, wind, wolken en wilgen.
In dit boek een selectie.
Bij deze "aquarellen" het gedicht Ooij van Ben Wasser uit 1967.
We hadden toen het atelier in de Tiengeboden pas gehuurd.
De Ooijpolder was nog het domein van boeren, rietdekkers,
sportvissers op brommers en de mensen die op de steenfabrieken werkten.
OOIJ
Hier maakt de kerk een hoge rug.
Bij ontstentenis van de boeren
(die met uitgeholde ogen
over de polder loeren,
terwijl de koeien godvergeten
klagen om meer gras of hooi)
is de dominee met god
onder één dak gaan wonen.
Alleen de scheefgezakte toren getuigt
van dit blasfemisch hokken.
Wel jankt er een hond ergens
in de leegte, maar niemand verlaat er
zijn terp, ieder blijft binnen zijn
blanke behuizing, knorrend tegen
moeder de vrouw, die in de verte
de pastoor onverrichterzake ziet
huiswaarts keren, fietsend op de
dijk, spartelend tegen weer en wind,
heilige sprinkhaan, uitdeler van
lijnkoeken aan de beesten die
hun ogen niet geloven, zich afwenden
en liever op stal zouden staan dan in
dit wijds verblindend land waar
bakker en melkboer als gekken
doorheenrazen, terwijl het brood slechts
met centen in prijs stijgt en de melk met
de dag dunner wordt,
meer afgeroomd.
Ben Wasser publiceerde dit gedicht in september 1967 onder het pseudoniem
Sebastiaan Bluf in het NUB (Nijmeegs Universiteitsblad).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten