158 Wandkleden Woosje Wasser
Wandkleden I
Textiel, textielverf, garens, bont, objects trouvés
Ditmaal geen textiele (stalen-)boeken, maar foto's van mijn wandkleden.
Daar begon het immers allemaal mee in 1962. In 1966 was er mijn eerste tentoonstelling in
't Meyhuis in Helmond, in 1967 in Het Besiendershuys in Nijmegen. Er volgden nog vele andere exposities, alleen en in groepsverband, eerst met wandkleden, later afgewisseld met
series ingelijst werk.
't Meyhuis in Helmond, in 1967 in Het Besiendershuys in Nijmegen. Er volgden nog vele andere exposities, alleen en in groepsverband, eerst met wandkleden, later afgewisseld met
series ingelijst werk.
Middels gestapelde proef-lappen en een serie merk-lappen met diverse teksten werd me steeds duidelijker dat ik juist in deze vorm, als boek, de specifieke mogelijkheden van textiel beter kon uitproberen, vormgeven en demonstreren.
Centraal staat daarbij het gebruiken en bewerken van zowel de vòòr- als de achterkant: elkaars tegenhanger en aanvulling. Een wel heel specifieke mogelijkheid bij het werken
met textiel.
Ook meende ik me op deze manier meer persoonlijk in textiel te kunnen uitdrukken.
Centraal staat daarbij het gebruiken en bewerken van zowel de vòòr- als de achterkant: elkaars tegenhanger en aanvulling. Een wel heel specifieke mogelijkheid bij het werken
met textiel.
Ook meende ik me op deze manier meer persoonlijk in textiel te kunnen uitdrukken.
In boeken heb je vele handzame pagina's ter beschikking in plaats van dat ene grote vlak met de diverse details. De bladzijden zijn een soort miniaturen die je eenvoudig in afmeting kunt variëren en gemakkelijker bewerken dan de lastig hanteerbare grote oppervlakken.
De naaimachine tekent met minder moeite duidelijke lijnen die daarna aangevuld kunnen worden met verf en draden, details en schrift.
Op de achtergrond bleven de wandkleden altijd mijn leerschool en referentiekader:
"het groot houden", oppassen niet te vervallen in gepruts en gefriemel, juist op kleiner formaat. Kill your darlings.
Last but not least: ik had mijn grote atelier in een oude school intussen ingeruild voor een
altijd gemakkelijk bereikbaar, maar wel veel kleiner atelier thuis.
In dit nieuwe jaar 2020 leek het me dus een goed idee een keer de wandkleden
te tonen, te archiveren, voor zover nog bereikbaar. Een groot deel vond
een andere eigenaar, die na zo'n lange tijd niet altijd meer te achterhalen was.
In dat verre verleden was het toen trouwens bijna ondoenlijk de wandkleden goed te fotograferen. Ook nu nog bleek dat een probleem, zodat af en toe de waslijn buiten uitkomst moest bieden. Vandaar dat helaas een gedeelte slecht en niets écht optimaal tot zijn recht komt. Je mist het echte materiaal, de structuur van de stoffen, de nuances in de kleuren, subtiele overgangen, plooien en kreukels, de wisselende lichtval.
Maar het is te zien en vastgelegd.
Op de eerste foto mijn allereerste poging op een stukje jute: Herfst.
Daarna de intieme geappliqueerde collages rond de geboorte van de kinderen.
Later zullen hun tekeningen diverse malen als uitgangspunt voor ontwerpen dienen.
Het is zoeken en tasten naar eigenheid in vorm en materiaal, trial and error,
waarbij de afbeeldingen van vele schakels/kleden ontbreken.
De naaimachine tekent met minder moeite duidelijke lijnen die daarna aangevuld kunnen worden met verf en draden, details en schrift.
Op de achtergrond bleven de wandkleden altijd mijn leerschool en referentiekader:
"het groot houden", oppassen niet te vervallen in gepruts en gefriemel, juist op kleiner formaat. Kill your darlings.
Last but not least: ik had mijn grote atelier in een oude school intussen ingeruild voor een
altijd gemakkelijk bereikbaar, maar wel veel kleiner atelier thuis.
In dit nieuwe jaar 2020 leek het me dus een goed idee een keer de wandkleden
te tonen, te archiveren, voor zover nog bereikbaar. Een groot deel vond
een andere eigenaar, die na zo'n lange tijd niet altijd meer te achterhalen was.
In dat verre verleden was het toen trouwens bijna ondoenlijk de wandkleden goed te fotograferen. Ook nu nog bleek dat een probleem, zodat af en toe de waslijn buiten uitkomst moest bieden. Vandaar dat helaas een gedeelte slecht en niets écht optimaal tot zijn recht komt. Je mist het echte materiaal, de structuur van de stoffen, de nuances in de kleuren, subtiele overgangen, plooien en kreukels, de wisselende lichtval.
Maar het is te zien en vastgelegd.
Op de eerste foto mijn allereerste poging op een stukje jute: Herfst.
Daarna de intieme geappliqueerde collages rond de geboorte van de kinderen.
Later zullen hun tekeningen diverse malen als uitgangspunt voor ontwerpen dienen.
Het is zoeken en tasten naar eigenheid in vorm en materiaal, trial and error,
waarbij de afbeeldingen van vele schakels/kleden ontbreken.
Tot slot, vrolijk en licht met veel objects trouvés de conclusie: het is Allemaal Alchemie:
wonderbaarlijk toeval en gelukkig onbenul.
Herfst 1963. 45x35cm |
Bewegingen van de zeester 1963. 30x60cm |
De Perzische Panter 1964. 55x70cm |
Wording 1 (Zaadcel) 1964. 65x55cm |
Wording II (Embryo) 1965. 65x55cm |
Vrouwen van de Ooij. Naar tekening HJ 1965. 105x130cm |
Gevoel van winter heeft mij omgeven. Naar tekening HJ 1965. 95x115cm |
Intimiteit 1965. 72x90cm |
Bezworen onzekerheid 1967. 145x140cm |
Allemaal Alchemie 1968. 140x140cm |
Allemaal Alchemie (detail) |
Allemaal Alchemie (detail) |
Allemaal Alchemie (detail) |
Allemaal Alchemie (detail) |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten