dinsdag 11 maart 2014

6 Zelfportret. Boekrol.

6 Woosje Wasser Kunstenaarsboeken

ZELFPORTRET 1987


Deze boekrol maakte ik in 1987 voor de groepsexpositie  
van de Gemeenschap Beeldende Kunstenaars 
in de Commanderie van Sint Jan, het toenmalig Nijmeegs Museum.
Dit keer was het thema Zelfportret.



Een boek hoeft niet altijd uit losse of gebonden bladen te bestaan.
Het kan ook de vorm hebben van een lange strook, papier, perkament of linnen,
die je naar believen uit- of inrolt.
Ik koos voor een strook dikke katoenen tijk van 18 x 165 cm.


 

Als motto nam ik een citaat uit de 
Correspondance tussen Gustave Flaubert en George Sand
uitgegeven door Flammarion, Paris 1981

 

Leurs portraits ne se ressemblent pas 
et ne leur ressemblent pas longtemps



Hun portretten  lijken  niet op elkaar
en ze blijven ook niet lang op henzelf gelijken.



Wat blijft meer gelijken dan een portret?
Huizen, dacht ik. 
Bijvoorbeeld mijn huis in de Cher en dat in Ooij.



Een boerderijtje ergens in de Berry als zelfportret.




George Sand verbleef een deel van het jaar in haar manoir in Nohant,
waar niet alleen haar geliefde Chopin,
maar ook vrienden als Flaubert te gast waren.
Meestal moesten  echter brieven de afstand overbruggen tussen haar landhuis  
en  Croisset in Normandië waar Flaubert woonde.
Een innige correspondentie verbond hen meer dan  incidenteel samenzijn.



Voor mij ligt er 750 km tussen Chemin des Jardins in Villepean



en de Tiengeboden  in Ooij.



(Het mooiste van textiel is dat je behalve de voorzijde
altijd de verrassing van de achterkant hebt)




De Tiengeboden als tweede helft van mijn zelfportret.





Hartjes en  sterren verzoeten het af-zijn.



In de nachten van  MCMLXXXVII (1987) vielen de sterren tot in de tuin.



Net als een herinnering is ook een boekenrol  eenvoudig te bewaren,
gewoon in de gestreepte katoen van een oud kussen.



                                                        Bewaard in cassette.


Helaas kan ik de catalogus van de expositie Zelfportret van de GBK uit 1987
niet meer terugvinden. Wel die van 1968 in De Waag met IK als onderwerp.
Eigenlijk ongeveer hetzelfde thema, misschien zelfs des te aardiger,

 

want op de eerste pagina vind ik schrijver/dichter Pé Hawinkels terug
-redactie-secretaris van het Nijmeegs Universiteitsblad NUB-
en op de tweede  mijn inspirator en`kunstmoeder`
de schilderes Helena de Baat 



Achterin sta ik zelf met een wat badinerende autobiografie
heel eervol naast onze serieuze leermeester Toon Vijftigschild



Dit portret van fotograaf Jan van Teefelen
 bewijst dat mijn motto juist gekozen is.
                                       
     Gelukkig zijn de huizen beter tegen de tijd bestand gebleken.
                                     


                                     

Geen opmerkingen:

Een reactie posten